Er was eens...
Vandaag een oefening. U (sorry Arvind) gaat oefenen met inlevingsvermogen. Dat lijkt moeilijk, maar dat valt best mee.Stelt u zichzelf de volgende situatie voor: u wilt een huis kopen in een buurt waar dit erg moeilijk is. Met veel pijn en moeite lukt het eindelijk en op de dag dat u intrekt, komt ook de nieuwe buurman net aan. Fluitend, want hij heeft het huis gratis gekregen omdat hij plotseling met de dochter van de opzichter is getrouwd.
Alles lijkt nog goed te gaan en dat de buurman wat avontuurlijk met zijn auto omgaat, is eigenlijk nog best leuk. Dat hek kan best nog een keer opgebouwd worden, niet waar? Op een dag gaat u echter op vakantie en bij thuiskomst is alles gestolen. Navraag bij de buurman leert dat hij wel doorhad dat er iemand in huis was, maar hij is toen een stukje gaan wandelen. U bent blij dat hij er heelhuids vanaf is gekomen en benoemt hem tot wijkvoorzitter.
In de nieuwe functie komt hij graag bij de mensen thuis en u treft hem achtereenvolgens in bed aan bij de overbuurvrouw, de kapster en uw zus die twee straten verder woont. Om hem te beschermen tegen kwade praatjes, houdt u echter uw mond dicht.
Een paar jaar gaan voorbij waarbij de buurman riant kan leven van zijn salaris dat hoort bij de symbolische functie van wijkvoorzitter. Op een dag blijkt dat een stratenmakersbedrijf rode tegels wil leggen. Niemand ziet er het nut van in maar de wijkvoorzitter (die heel toevallig net van die tegels heeft gehad en waar zijn nieuwe Ferrari zo mooi bij kleurt) vindt het wel een goed idee en zet de wijk onder druk. Uiteindelijk gaat het niet door maar iedereen kijkt toch vertederd naar de voorbijrazende bolide.
Net voordat de voorzitter eindelijk aftreedt, geeft hij nog een toespraak. Hij geeft toe dat hij bij de halve wijk in bed heeft gelegen, smeergeld heeft aangenomen, zijn verantwoordelijkheden uit de weg is gegaan en nog nooit zijn eigen ongelijk heeft toegegeven. De buurt applaudiseert hard als hij aan de horizon verdwijnt.
Absurd verhaal zegt u? Valt mee, die buurman heette Bernhard.