Are you talking to me?
Omdat de zaterdagavond teveel als een zondag aanvoelde, wilde ik nog wel even op stap. Alsof er een diepe psychische band bestaat tussen mij en I. belde hij me net op dat moment op. Onze telefoongesprekken duren nooit langer dan 10 seconden. "Biertje, Delft" was de boodschap en ik wist genoeg.Met een Leffe Blond in de hand stond ik in de hoek van Locus Publicus, een biercafé op de Brabantse Turfmarkt. In café's ben ik altijd in een hoek te vinden omdat ik op die manier goed de andere gasten kan observeren. De dronken studenten, de verlopen alcoholisten, de overjarige wanhopige vrouwen, kortom: de fine fleur van de stad. Bij de gokkast stond een man van twee meter lang, twee meter breed en met een enorme pens. Vijf kuub mens, bedacht ik. Met zijn mond halfopen drukte hij wezenloos op de knoppen van de kast. Of hij nou won of verlies was aan zijn gezicht niet te zien.
Ik gokte op het laatste want ik zei tegen I. dat er achter hem een enorme loser op de gokkast stond te hengsten. De berg vlees kwam opeens als een vulkaan in beweging en draaide zich richting mij om. Door die plotselinge beweging zag ik drie andere gasten gevaarlijk tegen de bar aangedrukt worden en het zou me niet verbazen als de aarde nog een microseconde sneller ging draaien. Dezelfde onnozele gezichtsuitdrukking staarde mij nu aan.
Ik voelde geen angst, schaamte of agressie. Het was meer een soort geboeidheid. Dezelfde fascinatie waardoor mensen naar ongelukken kijken denk ik. Ik was heel benieuwd wat de reus ging doen en bleef hem nieuwsgierig aankijken. De bargasten achter hem kregen het nu serieus benauwd. Zijn maximale aandachtsspanne was echter bereikt en met een zucht van verlichting van de onvrijwillige sandwiches achter hem, draaide hij zich weer richting gokkast. "Volgens mij hoorde hij het", meldde I. oplettend.
Geen reacties