Schieten, rennen, schieten, dialoogje, schieten, oneliner, schieten, achtervolging, schieten, schreeuwen en dan nog wat schieten. Zelden heeft een titel van een film de lading zo goed gedekt als bij Shoot 'em Up. Clive Owen in zijn rol van eenzame revolverheld moet een baby beschermen tegen een even schietgrage gangster. Waarom is eerst niet duidelijk en als dit eenmaal helder is, doet het er niet zoveel toe. Shoot 'em Up gaat om de vette actie en de coole held die door Owen wordt neergezet.
In een bijrol mag Monica Bellucci een borstmelkgevende hoer spelen en Paul Giamatti is de wrede gangster die tijdens het moorden constant gebeld wordt door zijn vrouw voor wissewasjes. Shoot 'em Up is een achtbaan van geweld die zo over the top is dat het weer leuk wordt.
Ik had de pech dat ik geen pillen tegen zeeziekte had ingenomen want na een half uurtje Jason Bourne bekeken te hebben, voelde ik mijn diner weer omhoog komen. Dat lag niet aan de kwaliteit van de film maar wel aan de manier van filmen. Regisseur Greengrass houdt van de losse camera en dat zal men weten ook. Het publiek rent, vliegt en duikt achter Matt Damon aan die nog steeds op zoek is naar zijn verleden. Het ruimtelijke effect van een film gaat hierdoor wel verloren, en je kan er goed misselijk van worden maar dynamisch is het allemaal wel.
Het derde deel uit de Bourne-cyclus blinkt niet uit in een helder verhaal maar met de actie zit het goed. Erg goed. Half Europa wordt bezocht en soms in puin achtergelaten. De achtervolgingen zien er zeer realistisch uit doordat Greengrass bewust zo weinig mogelijk special effects wilde gebruiken. Dit compenseert gelukkig de weinig duidelijke verhaallijn. Het publiek wordt op deze manier wel (bewust?) goed verbonden met wat Bourne wel of niet weet. Is deze film het einde van de Bourne-filmreeks? Wie zal het zeggen. Het verhaal lijkt redelijk afgerond maar toch wordt er nog een opening geboden. Van mij hoeft het in ieder geval nog niet te stoppen.
In The Last Legion zien we bekende acteurs als Colin Firth (
Bridget Jones' Diary), Ben Kingsley (
Gandhi), Thomas Sangster (
Love Actually) en Aishwarya Rai (Bollywood en zwoel kijken in reclames) door Rome en Romeins Brittannië rennen en vechten om de laatste keizer van Rome te beschermen na de val van Rome. Daarnaast probeert het clubje een magisch zwaard uit de handen van barbaren en een gemaskerde vorst te houden om uiteindelijk de Arthur-legende tot leven te wekken. Bent u er nog?
The Last Legion is een avonturenfilm uit een jongensboek: duidelijke bad guys en good guys, gevechten waarbij iedereen op zijn beurt wacht om dood te gaan en een onwaarschijnlijke held die boven zichzelf uitstijgt. Tel daar nog wat exotische lokaties en een minimaal snufje aan drama bij op en hopla, we hebben weer een avonturenfilm. Dit avontuur heeft als klein voordeeltje dat de computer inmiddels vanuit het niets enkele vergezichten van Rome kan maken of wat tempels op bergtoppen kan zetten alsof het niets is. Helaas is het meestal niets: mij overtuigt het allemaal niet.
Zoals Colin Firth niet overtuigt als Romeins commandant, Sangster met zijn engelenogen niet overtuigt als Romeins keizer en Rai belachelijk is als over-the-top opgemaakte oosterse vechtdame. Waar
King Arthur wel overtuigend was door de rauwe bloederigheid niet te schuwen, blijft The Last Legion teveel verscholen achter goedkope oplossingen en de filmkeuring. Een gemiste kans met zoveel talent op de set. De film is alleen leuk voor kleine kinderen en mensen die niet al te kritisch kijken naar wat ze voorgeschoteld wordt. Behoort u tot één van deze categoriën, ga dan gerust. Zo niet, geef het geld voor een bioscoopkaartje dan liever uit aan de DVD van King Arthur.
Sinds 1989 vermaken The Simpsons ons met hun avonturen in Springfield. Deze chaotische familie draaide in het begin om schoffie Bart maar in de loop der jaren is de pater familias de eigenlijke ster van de show geworden: Homer. Vanaf het begin van de serie speelden de makers al met de gedachte een film te maken en nu is hij er eindelijk.
In feite is het een dubbele aflevering geworden waarin de familie Simpson het dit keer voor elkaar krijgt om bijna heel Springfield van de kaart te vegen doordat Homer giftig afval dumpt in het meer (Al Gore, kom er maar in). De problemen die Homer in de reguliere afleveringen veroorzaakt, worden in speelfilmvorm verder doorgevoerd: meer actie, groteskere mislukkingen en misschien zelfs breukjes in het huwelijk van Homer met Marge? De succesformule van de serie blijkt op het witte doek ook te werken: veel politiek incorrecte humor en satires op personen en gebeurtenissen.
The Simpsons is als serie al zeer geslaagd maar blijkt op het grote scherm ook goed uit de verf te komen. Deel 2 volgend jaar?
Het was al een tijdje geleden dat ik de bioscoop van binnen had gezien en met HM druk aan het werk besloot ik de vrije zaterdag te gebruiken voor wat inhaalwerk. Drie recensies zijn het gevolg.
Shrek the Third
Shrek draait al sinds de eerste film op dezelfde formule: mooie animatie, persiflages op andere films en sprookjes en het gekibbel tussen Shrek en zijn wijsneuzige ezel. Kon je om deel 1 en 2 lachen, dan zal Shrek the Third ook wel te pruimen zijn. Helaas is het omgekeerde ook waar. Om deel drie toch nog te laten slagen, komt er nu opeens een groene baby om de hoek kijken en wordt daarnaast aan Shrek het koningsschap aangeboden. Deze heeft eigenlijk in beide geen zin en gaat dus op zoek naar de tweede in lijn: de broer van prinses Fiona. Waarom we van diens bestaan nu pas horen, wordt nergens duidelijk en waarom het zo'n zeikerdje is ook niet. De stem van broer Arthur ("Artie") wordt gedaan door Justin Timberlake dus grappen over typecasting mogen weer.
Shrek 3 komt traag op gang. Lang is onduidelijk waar de film naar toe gaat en dreigt het te verzanden in flauwe en half mislukte grappen. Tegen het einde lijkt echter eindelijk de juiste toon gevonden. Helaas wel te laat. Via de vaste finale met een hoop vechten, een podium en alle spelers die bij elkaar komen, wordt het einde ternauwernood gehaald. De Shrek-formule lijkt uitgemolken te zijn. Voor het eigen happy end kunnen ze maar beter geen nummer 4 meer maken.
Ratatouille
Wie naar de nieuwe Pixar gaat, krijgt eerst een voorfilmpje te zien: Lifted. Deze korte animatie vertelt het verhaal van een alien in opleiding die moet leren hoe hij een mens ontvoert uit zijn bed. Wat volgt is een hoop ellende voor de rustig doorslapende mens en veel hilariteit voor de kijker.
Het blijkt de perfecte warmmaker voor het hoofdprogramma: Ratatouille. Hierin maken we kennis met Rene, een rat uit de Parijse riolen die een enorm goed ontwikkelde reukzin en talent voor koken blijkt te hebben. Zijn grote held is een menselijke kok wiens motto was dat iedereen kan koken. Dat laat Rene zich geen twee keer zeggen als hij de kans krijgt in een topkeuken te kijken. Hier sluit hij vriendschap met een talentloze kluns die bijna de soep verpest. Door ingrijpen van de rat wordt de soep dé hit van het restaurant. De kluns krijgt een kans aangeboden en Rene maakt, door hem als een marionet te besturen, zijn droom werkelijkheid.
Ratatouille laat zien waarom Pixar mijlenver voor staat op de concurrentie. De animatie is levensecht maar, nog veel belangrijker, er wordt een echt verhaal verteld dat vol humor en emotie zit. Dit smaakt naar meer (flauw, ik weet het)!
Pirates of the Caribbean: At Worlds End
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: de derde film in de serie piratenfilms vind ik de minste van het trio. Het was alweer een tijdje geleden dat ik deel 2 had gezien en dat bleek een groot gemis. Er wordt veel terugverwezen naar de eerdere films en als je die kennis niet meer helemaal paraat hebt, raak je af en toe de draad kwijt. Een draad die sowieso al erg lang is want in de 2,5 uur dat de film duurt, lijken de makers steeds weer nieuwe ideeën te hebben gehad die er óók nog in verwerkt moesten worden.
De film ziet er visueel wel weer zeer verzorgd uit. Mooie boten, afgrijselijke monsters en een schitterend piratenhoofdkwartier. Er valt ook genoeg te lachen met Jack Sparrow en zijn scheepsmaatjes en voor de actie-liefhebbers is er zeker genoeg te genieten. Maar ... toch een grote Maar want als je telkens moet bedenken wat nou ook alweer precies de functie was van dat zwaard of wie die man moet voorstellen, gaat de lol er een beetje vanaf. De Top Tip van deze week is dan ook: deel 2 en 3 achter elkaar kijken.
Het vijfde boek in de Harry Potter-reeks, The Order of the Phoenix, is mijn persoonlijke favoriet. HP is mooi neergezet als de boze, rebellerende puber die hij inmiddels is geworden. De strijd tegen he-who-must-not-be-named-but-who-is-in-fact-Lord-Voldemort bereikt een voorlopig hoogtepunt. We leren ook voor het eerst de Orde kennen die Voldemort zal gaan bestrijden. Het is een donker, onheilspellend boek waar van alles in gebeurt (het is het dikste uit de serie) en waar ik van heb gesmuld. Nu is
de film uit.
Dat het boek zo dik is en zoveel inhoud heeft, geeft meteen het probleem aan waar de regisseur David Yates mee zit: hoe krijg je zoveel informatie in één film? Je dient dan keuzes te maken door de rode draad van het verhaal laten zien en een aantal zaken weg te laten die leuk zijn voor het boek maar niet nodig zijn voor het filmverhaal. Dat kan soms erg goed gaan (zie Lord of the Rings) maar deel 5 uit de Harry Potter-filmcyclus komt wat dat betreft minder goed uit de verf.
Gedurende de film kreeg ik steeds meer het idee dat teveel is weggelaten waardoor de actie en spanning naar de achtergrond is gedreven. Klassiekers als de
teacher from hell Umbridge en het finale gevecht waar elke HP mee eindigt, zijn prachtig neergezet. Toch bleef ik met een onbevredigend gevoel achter: was er niet meer mee te doen? Af en toe werd het bijna saai en dat is een emotie die eigenlijk niks met HP te maken hoeft te hebben. Gelukkig wordt Daniel Radcliffe steeds meer de acteur die de film moet én kan dragen. Dat geeft de burger weer wat moed voor de toekomst.
In 2008 komt The Half-Blood Prince uit.
In
Next is Nicholas Cage een man die in de toekomst kan kijken. Erg handig als je de lotto wilt winnen maar het addertje onder het gras is dat hij alleen zijn eigen toekomst kan zien en alleen voor de komende twee minuten. Uiteraard is dat wel handig als je aan een blackjack-tafel zit en daar verdient hij dan ook, naast wat goochelen in Las Vegas, zijn brood mee. Op een gegeven moment valt hij toch op en krijgt dan niet alleen de casino-leiding achter zich aan maar ook de FBI. Deze laatste zien in hem namelijk de ideale manier om een groep terroristen te pakken die een atoombom in bezit hebben.
We zien Cage onder andere een kogelregen overleven omdat hij alle mogelijk 'toekomsten' kan zien en precies weet wanneer hij uit moet wijken. Dit trucje is de rode draad in het verhaal en wordt door de regisseur tot het uiterste uitgemolken. Het levert gelukkig wel een hoop actie en spektakel op anders zou het snel saai worden. Next is best een vermakelijke film tot er bijna aan het einde een wit konijn uit de hoed wordt getoverd dat zó ongeloofwaardig is (maar dat de oplettende kijker allang ziet aankomen) dat ik het publiek om me heen letterlijk heb horen joelen. Dat is jammer, want zonder dat onnozele einde was het stukken beter geweest. Voor straf geen voldoende.
Het duurde even voor ik een recensie over
The Number 23 kon schrijven. Lang heb ik namelijk getwijfeld over wat ik van de film vind. Is het nou leuk, interessant, bagger, flauwekul: ik wist het lang niet. Toch maar een poging dan. Het verhaal gaat over een man, gespeeld door Jim Carrey, die voor zijn verjaardag een boek krijgt dat draait om het getal 23. De schrijver van het werkje ziet het getal op mysterieuze wijze overal terugkomen. Is dat een grappig toeval of wellicht iets duivels? De hoofdpersoon gaat helemaal mee in de gedachtengang van de schrijver net zolang tot hij zelf paranoïde wordt.
Aardig en interessant tot zover. Helaas neemt de film dan plots zo'n absurde plotwending dat het beetje "zou best kunnen"-gevoel dat de kijker mogelijk had, meteen weg is. Waar je mee achterblijft is een mislukte pretentieuze poging tot het maken van een thriller. Carrey laat gelukkig wel zien dat serieuze rollen eigenlijk zijn beste zijn maar hij redt de film daar helaas niet mee.
Een modern sprookje, zo wordt Pan's Labyrinth verkocht. De Spaanse film speelt tijdens de naweeën van de Spaanse burgeroorlog in 1944. Een kleine groep guerilla's heeft zich in de bergen verschanst en een wrede kapitein van het Spaanse leger wordt er op afgestuurd om ze uit te schakelen. Tegelijk verwacht de kapitein ook zijn nieuwe zwangere vrouw en haar dochter uit een eerder huwelijk. Om de dochter draait de andere verhaallijn.
Want waar de strijd tussen de rebellen en het leger gekenmerkt wordt door wreedheden over en weer, vlucht het meisje in een sprookjesachtige fantasiewereld waar ze onder meer een
faun en een elf ontmoet. Zij geven haar een serie opdrachten waarmee ze kan bewijzen dat ze de verloren gewaande prinses van een onderaards rijk is.
Pan's Labyrinth laat de sprookjeswereld en de harde 'echte' wereld moeiteloos in elkaar lopen. Dat sprookjes niet altijd lieftallig hoeven te zijn, bewijzen de gruwelijke wezens die het liefst je hoofd af willen rukken. De kapitein met een vadercomplex vond ik persoonlijk de sterkste rol maar de film als geheel kan ik ook zeker aanraden. Een 'must see', alleen niet voor het hele gezin.
Nicholas Angel is de beste, hardste en meest correcte smeris van Londen. Hij is zo goed ... dat zijn collega's hem weg willen hebben. Dus wordt hij overgeplaatst naar een slaperig dorpje waar een ontsnapte zwaan breaking news is. Maar Angel zou Angel niet zijn als hij in dit slaperige dorpje toch onraad ruikt.
Het team dat eerder de romzomcom (romantische zombie-comedy)
Shaun of the Dead maakte, komt nu met Hot Fuzz. Het is niet voor niks dat de films binnenkort als
dubbel-dvd te krijgen zijn want vond je de eerste leuk, dan is deze ook weer om te gillen. Simon Pegg is als sergeant Angel in al zijn koelheid hilarisch. Zijn onnozele partner, gespeeld door Nick Frost, heeft de grootste privé-verzameling politiefilms en droomt van spannende achtervolgingen en schietpartijen. Samen vormen ze een prachtige ode aan alle buddy-politiefilms en één die bol staat van de Britse acteurs.
Hot Fuzz heeft mij twee uur lang erg doen lachen en bewijst dat de chemie van Shaun of the Dead geen toevalstreffer was.
Het verhaal is al eeuwen bekend: koning Leonidas houdt met een kleine club van zijn beste soldaten de Perzische koning Xerxes en zijn gigantische leger op afstand door ze in een nauwe pas te lokken. Frank 'Sin City' Miller heeft dit oude verhaal ooit gestriptekend en vol brede Spartanen (zowel breedgeschouderd als breedsprakig) en monsterlijke Perzen gestopt. Al maanden werden we op internet verwend met trailers vol heroïsche oneliners ("prepare for glory!") en slow-motion gevechten. Dat smaakte naar meer!
Leuk voor de trailer uiteraard maar hoe is de gehele film? Wat blijkt: de oneliners en slomo's waren geen trailertrucje maar worden de hele film door gebruikt. Nu ben ik heus niet vies van een beetje bombastische machopraat op zijn tijd maar om twee uur lang in afgemeten zinnen te praten ("tonight we dine in hell!") gaat op den duur wat vervelen. Als de zoveelste Pers in slomo onthoofd wordt, geloof ik het wel. Waar blijft dat boeiende verhaal??
Daar konden we helaas lang op wachten. De geschiedenis is tot zijn essentie teruggebracht en staat geheel in dienst van de verder overigens prachtige beelden. De kracht van 300 zit hem vooral in de prachtige fotografie en het kleurgebruik. Als je er niet te zwaar aan tilt dat het verhaal ééndimensionaal is, is 300 de moeite van het bekijken waard.
In The Good Shepherd draait het om Matt Damon die als jonge student gerecruteerd wordt voor de CIA-in-oprichting. Het werk brengt hem over heel de wereld in allerlei conflicthaarden terwijl thuis zijn vrouw en kind zitten te wachten. Dat brengt uiteraard de nodige ruzies en spanningen met zich mee. Met de mislukte invasie in Cuba blijkt alles samen te komen en moet Damon een moeilijke keuze maken tussen zijn familie of zijn werk.
De lange film (ruim 170 min.) kent geen heldere vertelstructuur. Via een eindeloze serie flashbacks wordt er constant tussen het 'heden' en verleden gesprongen. Veel personages passeren de revue en bij iedereen denk je op een gegeven moment dat het een verrader zou kunnen zijn. Maar het kan ook een 'good guy' zijn. Of het is een onbelangrijke figurant. Bent u er nog? Ik na de zoveelste eindeloze praatscène niet meer. Daarbij is Damon's personage zo koel en afstandelijk dat ik geen enkele connectie met hem kon maken. Aan het eind kon ik alleen maar verzuchten dat dit verhaal ook in de helft van de tijd verteld had kunnen worden. Teleurstellend.
In Blood Diamond volgen we Solomon die midden in de burgeroorlog van Sierra Leone als dwangarbeider een diamant vindt die hem vrijheid kan geven. Hij moet echter eerst zijn familie en tot kindsoldaat gehersenspoelde zoon terugvinden. Hier gaan Leonardo di Caprio en Jennifer Connelly hem bij helpen. Ieder heeft echter een eigen agenda.
De film geeft een indrukwekkend beeld van een volgens sommigen verloren continent met zijn vuile oorlogen en vuile diamanten. De kijker wordt daarbij zeker niet gespaard. Maar gelukkig is er ook veel ruimte voor de schoonheid van het landschap. Dit maakt de harde werkelijkheid des te tragischer want om een zekere politicus te parafraseren: dit continent verdient toch zoveel beter?
Di Caprio zet een sterke rol neer evenals zijn tegenspeler Djimon Hounsou en hun Oscar-nominaties zijn dan ook zeer terecht. Eentje om over na te denken en voor in de dvd-kast.
In Night at the Museum speelt Ben Stiller de nieuwe nachtwaker van het Museum of Natural History. Een saai baantje ware het niet dat hij ontdekt dat 's nachts alle dieren en wassen beelden tot leven komen en zich net zo gedragen als dat ze 'normaal' zouden doen. Als hij vervolgens met dieven krijgt te maken, volgt er een hoop pret en jolijt. Hoewel...
Mijn grote probleem met Ben Stiller is dat hij meestal leuk
doet, in plaats van leuk
is. Dat levert een hoop kromme tenen op door verkeerd getimede grappen en net-niet-leuke typetjes. De andere hoofdrolspelers zijn meer karikaturen dan mensen waar je nog iets bij kan voelen (of het moet afkeer zijn). Er is een bijrolletje weggelegd voor
Ricky Gervais, waar ik wél fan van ben en die wel grappig
is, maar ook die is slachtoffer van een script dat simpelweg Niet Leuk is. En dat is dodelijk voor een film die als avonturen
komedie gepresenteerd wordt. De special effects zien er verder wel goed uit maar halen de film toch niet boven de voldoende uit.
Afgelopen zondag was de afsluitende dag van het
Filmfestival Rotterdam: de Volkskrantdag. Links intellectueel Nederland (zeg maar Randstad) had zich verzameld om met een krant onder de arm lekker zelfvoldaan 'kunst' op te gaan snuiven. Dat was mijn verwachting zo ongeveer. Hoewel ik veel van dit soort types zag rondlopen ("als het maar geen pro-Amerika film wordt!"), was ik allang blij dat er geen popcorn door de zaal vloog en dat er geen één(!) mobieltje afging. Maar het gaat natuurlijk om de films! We kregen een selectie van vijf films voorgeschoteld die tijdens het festival goed gewaardeerd waren.
Dixie Chicks: shut up and sing
Muziekdocumentaire over de onbedoelde gevolgen van een anti-Bushopmerking door de zangeres van de Dixie Chicks. De countryfans gingen door het lint en ze werden door de media gedemoniseerd aan de vooravond van de Irak-oorlog. Tegelijk zien we ook het leven van een band tijdens een tour en de dagelijkse stress die daarbij komt kijken. Boeiende documentaire, fijne muziek en een sterke groep vrouwen.
Living in fear
Vietnam, net na de oorlog. Een man die voor Zuid-Vietnam had gevochten, probeert een bestaan op te bouwen als mijnenopruimer. Tegelijk houdt hij er twee vrouwen op na en weet ze ook nog allebei te bezwangeren. De minste film van de dag naar mijn mening, wellicht ook doordat het onderwerp me niet raakte.
My mother is a belly dancer
In Hong Kong wonen een aantal vrouwen bij elkaar in een deprimerend appartementencomplex. Ze hebben bijna allemaal problemen met hun man, baan of gezin. Om dit te verwerken en toch nog iets leuks te doen, gaan ze op dansles. Dit blijkt voor de één een bevrijding en voor de ander een bron van conflicten met het thuisfront. De personages groeien wel in de film maar het verhaal blijft wat aan de vlakke kant.
Parents
In IJsland is het vaak koud en het weer lijkt zo z'n invloed te hebben op de personages. Drie mensen worden gevolgd die allemaal privé-problemen hebben. Ze proberen allemaal op hun eigen manier de problemen op te lossen maar niet met evenveel succes. In zwart-wit geschoten komt de film vrij deprimerend over. Parents wordt vooral boeiend als de hoofdpersonen een wak slaan in zichzelf en wat van hun emoties laten zien. Het wachten daarop is de moeite waard. Boeiend drama!
Paprika
Japanse animatie. De slotfilm die voor de helft van het publiek niet hun kopje thee was en die (zeer irritant) tijdens de film wegliepen. Zonde, want Paprika was een leuke film. Dromen en realiteit gaan door elkaar lopen als gekke wetenschappers gaan experimenteren met een droommachine. Gevolg: een kakafonie van geluid, absurde beelden en Matrix-achtige schijnwerkelijkheden. Als het genre je ligt, is Paprika zeker de moeite waard.
« Vorige Pagina |
Toon berichten 16-30 van 73 |
Volgende Pagina »